Kaletra

Active ingredient: lopinavir met ritonavir

The text below is about the active substance lopinavir met ritonavir


Introductie

Lopinavir en ritonavir zijn virusremmers. Ze remmen de groei van het virus dat hiv veroorzaakt.

Artsen schrijven het voor bij hiv en aids.


Instructiefilmpje

Film 1 - Slikken van medicijnen


Highlight

  • Lopinavir en ritonavir remmen de groei van het virus dat hiv veroorzaakt.
  • Bij infectie met het hiv-virus en bij aids, altijd in combinatie met andere hiv-medicijnen.
  • Een behandeling duurt levenslang. Als het virus ongevoelig wordt, krijgt u een andere combinatie van hiv-medicijnen.
  • De tabletten kunt u innemen met of zonder voedsel. De drank moet u innemen met wat voedsel. Het medicijn wordt dan beter in het lichaam opgenomen.
  • Kies vaste tijdstippen, dan vergeet u minder snel een dosis. Vraag aan uw behandelaar een slikschema voor uw hiv-medicatie.
  • Bent u te laat voor een dosis of bent u het vergeten? Het aantal virussen in uw bloed kan dan toenemen. Bovendien kan het virus eerder ongevoelig worden (resistent). Kijk op de website wat u moet doen als u een dosis vergeet.
  • Uw arts zal u regelmatig op bijwerkingen controleren.
  • Bijwerkingen zijn onder andere: diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, winderigheid en luchtweginfectie. Ook vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, slapeloosheid, angstgevoelens, meer of minder eetlust, zenuwbeschadiging, leverontsteking en huiduitslag. Waarschuw uw arts bij huiduitslag met blaren.
  • Er zijn veel wisselwerkingen met andere middelen. Laat uw apotheker controleren of u het veilig kunt gebruiken met uw andere medicijnen, ook die u zonder recept heeft gekocht.
  • Bent u zwanger? Het is belangrijk dat u hiv-medicijnen blijft gebruiken. Overleg met uw arts.


Werking

Hiv

Oorzaak
Hiv is een virusinfectie die de witte bloedcellen aantast. Deze bloedcellen zijn nodig voor de afweer tegen infecties. Hoe meer virussen er komen, hoe meer de afweer achteruitgaat.

Infecties met hiv krijgt men door contact met besmet bloed, sperma, vaginavocht of moedermelk.

Verschijnselen
Mensen die besmet raken met hiv krijgen meestal binnen enkele dagen tot weken klachten die lijken op een flinke griep. Deze gaan vanzelf weer over.

Pas 2 tot 11 jaar later ontstaan ernstige klachten, zoals lymfeklierzwellingen, moeheid, koorts en gewichtsverlies. In de tussenliggende periode zijn er geen klachten, maar is het virus wel aanwezig en kan men anderen besmetten. Deze mensen worden hiv-positief of sero-positief genoemd.

Later kunnen er infecties ontstaan die bij gezonde mensen niet voorkomen. De ziekte noemt men dan aids. Nog later kunnen er tumoren en vormen van kanker ontstaan.
 

Werking
Het virus dat hiv veroorzaakt stimuleert onze lichaamscellen om nieuwe hiv-virussen aan te maken. Deze virussen kunnen weer andere gezonde cellen aantasten. Daarvoor is het enzym protease nodig. Lopinavir en ritonavir remmen dit enzym en voorkomen zo dat nieuwe virussen worden gemaakt.

Lopinavir en ritonavir kunnen het virus niet volledig laten verdwijnen. Wel kan het de hoeveelheid virus in het bloed drastisch verlagen. Hierdoor neemt het aantal witte bloedcellen toe en komt de afweer weer op peil.

Omdat het virus snel geneigd is ongevoelig (resistent) te worden, kan het alleen in combinatie met andere hiv-remmers worden toegepast.
 

Behandeling
Hiv-positieve mensen starten in het algemeen met de behandeling als ze klachten krijgen of als de hoeveelheid witte bloedcellen beneden een bepaald minimum komt. Gebruikelijk is daarvoor een combinatie van minimaal 3 medicijnen te kiezen. Mocht deze combinatie onvoldoende effectief worden, dan kan men overschakelen op een combinatie van drie niet eerder gebruikte medicijnen, waarvoor het virus nog wel gevoelig is.

De behandeling noemt men geslaagd, als:

  • de klachten verminderen;
  • de afweer toeneemt;
  • de hoeveelheid virus in het bloed binnen een half jaar niet meer is te meten;
  • de bijwerkingen van de hiv-remmers geen al te grote inbreuk op de kwaliteit van leven hebben.
Lees meer over hiv . "


Bijwerkingen

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals diarree, misselijkheid, braken, buikpijn en winderigheid.

  • Luchtweginfectie, keelpijn, keelontsteking en hoesten.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Vermoeidheid, zwak gevoel

  • Hoofdpijn, migraine en duizeligheid.

  • Tekorten aan bepaalde bloedcellen. Waarschuw uw arts bij een of meer van de volgende verschijnselen: onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel of neusbloedingen. Patiënten met een verhoogde bloedingsneiging (hemofiliepatienten) kunnen eerder bloedingen krijgen.

    Om deze klachten te voorkomen zal uw arts regelmatig uw bloed controleren. 

  • Verminderde of juist toegenomen eetlust, gewichtsafname of juist gewichtstoename.

  • Spier- en gewrichtspijn.

    In zeer zeldzame gevallen kan dit medicijn de spieren aantasten, waardoor ook een nieraandoening kan ontstaan. Neem bij onverklaarbare spierpijn contact op met uw arts. Raadpleeg ook uw arts als uw gewrichten pijnlijk of stijf worden, of als u ze moeilijk kunt bewegen.

  • Zenuwbeschadiging, te merken aan een doof of tintelend gevoel van de huid.

    Raadpleeg uw arts als u dit merkt.

  • Te veel vet en cholesterol in het bloed, waardoor de kans op hart- en vaatziekten groter wordt.

    Als u al een te hoog cholesterol en/of vetgehalte in uw bloed heeft, zal uw arts u daar extra op controleren.

  • Bij mensen die daarvoor gevoelig zijn, kunnen verschijnselen van diabetes(suikerziekte) ontstaan. Zij merken dit doordat zij veel dorst krijgen en veel moeten plassen. 

    Mensen met diabetes kunnen tijdens de behandeling meer insuline of lucoseverlagers nodig hebben. Meet extra vaak uw bloedglucose.

  • Psychische klachten, zoals abnormale dromen, slapeloosheid of angst.

    Raadpleeg uw arts als u deze klachten bemerkt.

  • Bij vrouwen: menstruatiestoornissen, zoals meer bloedverlies tijdens de menstruatie of het wegblijven van de menstruatie.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft.

  • Seksuele klachten, zoals impotentie en minder zin in vrijen.

  • Leveraandoeningen of een ontsteking van de alvleesklier. Bij pijn in de bovenbuik, een gele verkleuring van de ogen, ontkleurde ontlasting of zeer donkere urine moet u de arts waarschuwen.

    Als u al een leveraandoening heeft, zal de arts extra goed controleren of een ander medicijn voorschrijven. Overleg met uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Haaruitval

  • Oorsuizen en stoornissen in het gezichtsvermogen.

  • Hartkloppingen, hart- en vaataandoeningen, zoals hoge bloeddruk, bloedvatontsteking, spataderen en vasthouden van vocht (oedeem).

    Zeer zelden kan ook een hartaanval of beroerte ontstaan. Raadpleeg uw arts bij pijn op de borst, uitvalsverschijnselen zoals een hangende mond of niet meer kunnen bewegen van bepaalde lichaamsdelen.

  • Hartritmestoornissen. U merkt dit soms alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op.

    Gebruik dit medicijn niet als u deze aangeboren hartritmestoornis heeft.

  • Aandoening van de blaas of nieren. U merkt dat aan troebele urine, bloed in de urine, koorts of misselijkheid.

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Een heel enkele keer ontstaat een ernstige overgevoeligheid. Dit is te merken aan blaarvorming op de huid, in de mond of op de geslachtsdelen, zwelling in het gezicht, ontstoken ogen of koorts. Waarschuw altijd een arts zodra u huiduitslag of koorts bemerkt. Ga bij ernstige verschijnselen direct naar een arts of Eerste Hulpdienst.
    Als u overgevoelig blijkt te zijn, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor lopinavir met ritonavir. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen


Gebruik

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?

Tabletten: heel doorslikken zonder te kauwen, te breken of fijn te maken. Tabletten kunnen met of zonder voedsel worden ingenomen.
Drank: meet de hoeveelheid drank af met behulp van de bijgeleverde doseerspuit. Altijd met wat voedsel innemen. Bewaar de ongeopende verpakkingen drank in de koelkast. Zodra u een verpakking aanbreekt en deze buiten de koelkast bewaart, is de houdbaarheid maximaal 6 weken.

Wanneer?
Neem de drank in tijdens het eten of met wat voedsel. Het voedsel zorgt voor een betere opname in het lichaam.

U gebruikt dit medicijn 2 keer per dag
Kies vaste tijdstippen met 12 uur ertussen, bijvoorbeeld tijdens het ontbijt om 07.00 uur en tijdens het avondeten om 19.00 uur.

Slikschema: u gebruikt dit medicijn meestal in combinatie met andere hiv-remmers. Het is belangrijk een duidelijk slikschema te vragen, zodat u weet wanneer u welke medicijnen moet gebruiken.

Hoe lang?
Meestal gebruikt u hiv-remmers jaren achtereen, omdat het virus nooit volledig is uit te bannen.


Vergeten

Het is belangrijk dit medicijn consequent in te nemen op de tijdstippen, die u met uw arts heeft afgesproken. Hierdoor is er altijd voldoende medicijn in uw bloed om het virus te bestrijden.

Zodra u een dosering uitstelt, loopt u het risico dat het aantal virussen toeneemt. Bovendien is er dan kans dat het virus resistent (ongevoelig) wordt voor het medicijn.

Bent u een dosis vergeten? Neem de dosis in zodra u het merkt en neem de volgende dosis op het gebruikelijke moment. Als het al tijd is voor de volgende dosis, sla dan de vergeten dosis over. Keer daarna terug naar uw normale slikschema.

  • De ervaring leert dat met name in weekends het moeilijk is aan de vaste innametijdstippen te denken. Toch is het ook dan belangrijk de wekker te zetten zodat u geen dosering overslaat. U kunt eventueel het schema tijdelijk aanpassen door de innametijdstippen te vervroegen, dat levert geen gevaar op voor de werking. Stel echter geen dosis uit, anders wordt de hoeveelheid werkzame stof in uw bloed te laag. Als u, na vervroegen, weer terugkeert naar uw normale schema kan dat alleen door de inametijdstippen weer geleidelijk met een half uur uit te stellen, totdat u weer op uw oude schema zit.
  • U kunt bij uw apotheek een speciale weekdoos verkrijgen waarin u de medicijnen voor een week kunt uitzetten. Met een horloge met verschillende alarmen of met een zogenaamde pillenwekker (vraag uw apotheek) kunt u uzelf eraan herinneren dat het tijd is voor een dosis.
  • Let op als u reist en daardoor grote tijdsverschillen moet overbruggen. Ga ervan uit dat een tijdsverschil van één uur eerder of later niet zo`n probleem is. U kunt uw slikschema blijven gebruiken. Overleg met uw arts of consulent hoe u uw slikschema kunt aanpassen aan grotere tijdsverschillen.
  • Bij de overgang van zomertijd naar wintertijd en andersom kunt u uw gewone slikschema blijven gebruiken.


Verboden

autorijden en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

alcohol drinken?
Te veel alcohol is niet goed voor de lever. Lopinavir met ritonavir geeft in zeldzame gevallen leverafwijkingen. Drink geen alcohol of hooguit 1 glas per dag en drink in ieder geval 2 dagen per week niet.


Wisselwerking

Dit medicijn heeft met veel andere medicijnen wisselwerkingen. Het remt de afbraak van veel medicijnen in het lichaam, waardoor deze medicijnen meer bijwerkingen kunnen hebben. Ook kunnen veel medicijnen de werking van dit medicijn verminderen, waardoor de werkzaamheid afneemt en het virus aanwezig blijft.

Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Uw arts en apotheker controleren of u dit medicijn veilig kunt gebruiken naast uw andere medicijnen. Zorg er daarom voor dat uw arts en apotheker op de hoogte zijn van alle medicijnen die u gebruikt. Ook de medicijnen die u zonder recept koopt.

Ook kan uw apotheker u precies vertellen hoeveel tijd er tussen de verschillende medicijnen moet zijn en voor u een innameschema maken. Wordt het innameschema in uw situatie te lastig, overleg dan met uw arts. Misschien kan deze één van de medicijnen vervangen door een medicijn dat u wel samen mag gebruiken.


Zwangerschap

Zwangerschap
Bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg hierover met uw arts. Tijdens de zwangerschap moet u hiv-middelen blijven gebruiken. Want tijdens de zwangerschap is het extra belangrijk dat de hoeveelheid virus in uw bloed erg laag is. Dit verkleint namelijk het risico dat de baby besmet raakt met hiv.

Overleg ook met uw arts of uw hiv-behandeling geschikt is tijdens de zwangerschap. Soms moet de dosering worden aangepast. Of moet u andere hiv-middelen gebruiken.

Let op: de drank bevat 40% alcohol en is om die reden niet geschikt voor gebruik tijdens de zwangerschap.

Borstvoeding
Geef GEEN borstvoeding als u hiv heeft. Het virus kan namelijk via de moedermelk de baby besmetten. Overleg hierover met uw arts.


Stoppen

Het is niet verstandig te stoppen, behalve als u te maken krijgt met ernstige bijwerkingen. Als u stopt zal het virus dat hiv veroorzaakt zich weer vermeerderen en kunt u weer klachten krijgen.

Er zijn situaties denkbaar waardoor u toch tijdelijk moet stoppen met deze hiv-remmer. Bijvoorbeeld bij bepaalde operaties of als u pillen kwijtraakt en niet snel aan nieuwe kunt komen. Overleg in dat geval altijd met een arts. Als u moet stoppen, is het meestal beter om alle medicijnen van de combinatie te stoppen. Het virus kan namelijk ongevoelig worden voor uw medicijnen als u ze niet allemaal gebruikt. Meestal zal de arts u een andere combinatie van hiv-remmers voorschrijven, maar als dat niet mogelijk is, moet u tijdelijk met alle hiv-remmers stoppen.


Handelsinformatie

Lopinavir is sinds 2000 internationaal op de markt en ritonavir sinds 1996. Deze combinatie is op recept verkrijgbaar in tabletten en drank onder de merknaam Kaletra en als het merkloze Lopinavir/Ritonavir.

Deze combinatie wordt gebruikt bij hiv en aids. Lopinavir is niet als apart medicijn verkrijgbaar, maar altijd in combinatie met ritonavir. Dat komt omdat lopinavir zelf slecht wordt opgenomen door het lichaam. Een kleine hoeveelheid ritonavir verbetert de opname van lopinavir zeer sterk. Ritonavir in Kaletra is dus niet toegevoegd om de anti-hiv-werking, maar om lopinavir beter te laten werken.


Disclaimer

Deze tekst is opgesteld door het Geneesmiddel Informatie Centrum van de KNMP. Deze tekst is gebaseerd op de bijsluiter van het beschreven medicijn en op andere, wetenschappelijke bronnen. Zoals medische richtlijnen, standaarden en literatuur. Bent u benieuwd hoe het apotheek.nl-team dit doet? Bekijk dan de video. Hoewel bij het opstellen van de tekst uiterste zorgvuldigheid is betracht, is de KNMP niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige onjuistheid in deze tekst. De officiële bijsluiter van dit medicijn vindt u bij het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen op: www.cbg-meb.nl.